Gedraaide tongplaat

Gebaseerd op artikel van Joop van Doorn

Met de gedraaide tongplaat (ook wel gedraaide toets) wordt bedoeld, de vijfde toon op de binnenrij van de tweerijer. Uitgaande van een C-F gestemd instrument zit hier origineel een geduwde C en een getrokken D. Na het draaien dus een geduwde D en een getrokken C. Sommige instrumenten hebben hier zowel geduwd als getrokken een C. De zogenaamde "Gleichton". Je kunt de duwende C (laten) opstemmen tot een D. Bij andersgestemde instrumenten zijn uiteraard de namen anders, maar het systeem en de verhoudingen blijven altijd hetzelfde.

Het draaien

Dit kan je het beste laten doen door de vakman. Heb je echter geen twee linkerhanden en geen faalangst..., open dan het kastje, wip met een mesje de betreffende blokjes (2 of 3, al naargelang uw instrument 2- of 3-korig is) uit de hars. Zet ze netjes binnenstebuiten (gedraaid) terug. Met een soldeerbout smelt je voorzichtig de hars. Deze vloeit de zaak weer mooi vast en dicht. Het beoogde doel van de gedraaide toets is, het "heen en weren", dus de balgbeweging in en uit, te beperken. Nu is dit bij het spelen van volksmuziek niet van zo'n wezenlijk belang. Ik zou bijna zeggen, integendeel. Juist bij dit soort muziek geeft het "heen en weren" een extra ritmisch effect, dat vaak bewust gezocht wordt en karakteristiek is voor de trekzak. Echter, bij het spelen van meer "populaire" muziek (meezingers, zeemansliederen, oude bekenden...) is het van belang zo vloeiend mogelijk te spelen.

Het voordeel

Door het draaien kan je, uitgaande van de centrale grondtoon (zesde knop buitenrij), de eerste zes tonen van de betreffende toonladder aan één stuk duwend spelen (er van uit gaande dat er over twee rijen gespeeld wordt).

1

2

3

4

5

6

do

re

mi

fa

sol

la

C

D

E

F

G

A

             

6

'5

7

'6

8

'7

Knopnummers

Zonder de gedraaide toets zou in deze geduwde reeks, steeds de tweede toon (re= D) getrokken moeten worden. Dit door het simpele feit dat er origineel geen geduwde D (re) op het instrument zit. Steeds een onderbreking van de vloeiende lijn dus. "Heen en weren" kan je, ook na het draaien, gewoon blijven doen. Voor wat dat betreft verandert er nagenoeg niets. Getrokken zit de centrale grondtoon (bij gedraaide toets) onder de vijfde knop van de binnenrij. Je kan dus, tot op de laatste toon na, de hele toonladder trekkend spelen.

1

2

3

4

5

6

7

do

re

mi

fa

sol

la

si

C

D

E

F

G

A

B

              

'5

7

'6

8

'7

9

10

Knopnummers

Zonder gedraaide toets zou deze (getrokken) reeks, toch steeds duwend moeten worden begonnen. Ook hier weer door het feit, dat er origineel geen getrokken C (do) op uw instrument zit. Behalve vloeiendere lijnen, levert de gedraaide toets, door het minder "heen en weren", ook een stabielere baspartij op. De bassen veranderen immers mee met de balgrichting! Nog een groot voordeel van de gedraaide toets is, dat je de beschikking krijgt over een getrokken C akkoord! (C-E-G). Dat dit van groot nut kan zijn voor uw "luchthuishouding" zal spoedig duidelijk zijn. Ben je de gelukkige bezitter van een drierijer (G-C-F gestemd bijv.), dan kan je van twee walletjes eten. Je draait de vijfde toon van de binnenste rij. Nu kan je door op de twee binnenste rijen te spelen, je drierijer gebruiken als een (C-F) tweerijer met gedraaide toets. Spelen zonder gedraaide toets kan je op de buitenste twee rijen (in G-C).

Nadelen?

Wat als nadelig beschouwd zou kunnen worden is het feit, dat bij de vorming van het "hoofdakkoord" van de binnenrij (F), bestaande uit F-A-C, deze drie tonen niet meer op één rij zitten zoals dat origineel wel het geval is (knop '3-'4-'5). Door het draaien zit onder knop '5 geen geduwde C meer. Deze C moet nu gespeeld worden met knop 6 (buitenrij). Het bedoelde F akkoord moet dus (na het draaien) gespeeld worden met '3-'4 en 6. Er zijn nog wel meer situaties waarbij het iets makkelijker zou zijn onder knop '5 een geduwde C te hebben, maar met een beetje handigheid pak je die C voortaan met knop 6. Mijn ervaring is dat de nadelen van de gedraaide toets niet opwegen tegen de voordelen ervan. Integendeel, het principe van de gedraaide toets heb ik op enkele van mijn eigen instrumenten nog verder doorgevoerd. Ik heb daar onder knop '2, i.p.v. de (oorspronkelijke) geduwde C, een geduwde D, zodat het verhaal van de vloeiende lijn (geduwd althans) ook in het onderste octaaf opgaat.


Zie ook workshop Draaien van de Tongplaat